Warmtegemeenschappen: wat zijn het en welke uitdagingen komen ze tegen?

Wie de energietransitie een beetje volgt kan het niet ontgaan zijn: het woord ‘warmtegemeenschappen’ duikt steeds vaker op. Wat zijn dat, welke uitdagingen komen zij tegen en hoe dragen zij bij aan de energietransitie? We spraken met Gijs Termeer en Jan Zuilhof, respectievelijk directeur en teammanager bij klimaatstichting HIER.

Samen met bewoners naar een klimaatneutrale energievoorziening

Jan: “Klimaatstichting HIER houdt zich bezig met klimaatneutraal wonen en de energietransitie. Wij richten ons vooral op de vraag hoe we alle Nederlanders daarbij betrekken, want uiteindelijk moet vrijwel iedereen in beweging komen. We doen dit door laagdrempelige communicatie over wat je kan doen in je woning én we ondersteunen bewonersinitiatieven en gemeenten in Nederland”. Gijs vult aan: “Een belangrijk punt daarbij is de samenwerking tussen gemeenten, netbeheerders, energiebedrijven en bewonersgroepen. Wij zorgen dat deze partijen elkaar begrijpen en beter samenwerken.”

Energie- of warmtegemeenschap?

Jan: “Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen energiegemeenschappen die stroom opwekken, en warmtegemeenschappen. Bij die eerste worden al jaren coöperatieve opwekprojecten gerealiseerd. Daar is inmiddels een ontwikkeling gaande waarbij zoveel mogelijk stroom direct aan eigen leden wordt geleverd in een kostprijs-plus-model. Warmtegemeenschappen zijn een veel nieuwer concept, de meeste koplopers zijn nog niet begonnen met het daadwerkelijk aanleggen van een warmtenet.”

Gijs: “Zo’n warmtegemeenschap moet in de praktijk een warmtebedrijf zijn dat bijvoorbeeld economische, sociale of milieuvoordelen voor haar leden biedt en geen winstoogmerk heeft. Ook is een voorwaarde dat participatie in de gemeenschap open is, en dat de zeggenschap bij de leden ligt. Wat heel interessant is: in de huidige opzet voor de Wet collectieve warmte wordt een warmtegemeenschap toegestaan als alternatief voor een publieke partij die een meerderheidsaandeel moet bezitten.”

Warmtegemeenschappen binnen de energietransitie

Maar hoe dragen warmtegemeenschappen bij aan de energietransitie? Jan: “De huidige koplopers laten zien dat het enorm ingewikkeld is om uiteindelijk tot een aanbod aan bewoners te komen. Maar uiteindelijk zijn dit wel de warmteprojecten die er relatief goed in slagen om bewoners intentieovereenkomsten en aansluitcontracten te laten tekenen. Dankzij het pionierswerk van deze eerste warmtegemeenschappen wordt veel duidelijk over hoe zulke projecten bijvoorbeeld gefinancierd kunnen worden, hoe de samenwerking met gemeente en marktpartijen eruit ziet, en wat er nodig is om alle bewoners in een buurt te betrekken. Dat is mooi, zeker gezien hoe moeizaam de warmtetransitie in deze fase loopt.”

“Daarnaast zijn er in Nederland honderden groepen bewoners die niet voldoen aan de definitie van warmtegemeenschap maar wel heel belangrijk zijn”, aldus Gijs. “Zij helpen buren met energie besparen of zijn gesprekspartner van de gemeente om tot plannen voor hun buurt te komen. Die bewonersinitiatieven zijn lang niet allemaal geïnteresseerd in zelf het project ontwikkelen of eigenaar worden van infrastructuur. Dus ja, warmtegemeenschappen spelen een belangrijke rol. Maar vergeet ook niet al die ander clubs.”

Uitdagingen voor energiegemeenschappen

Gijs: “Jaarlijks maken wij als onderdeel van de Lokale Energie Monitor een knelpuntenanalyse voor energiecoöperaties. Zij kunnen tegen veel zaken aanlopen, zoals de samenwerking met de gemeente of de toegang tot financiering. Dit laatste is voor haast alle bewonersinitiatieven een uitdaging omdat er niet voldoende financiële middelen zijn én omdat de subsidiestromen niet goed op elkaar aansluiten.

Daarnaast is samenwerken met gemeenten een uitdaging door het gebrek aan capaciteit. Soms heeft een gemeente twee FTE voor duurzaamheid. Die paar ambtenaren moeten dan de hele energietransitie trekken. En oh ja, ook nog even het afvalbeleid, duurzame mobiliteit en klimaatadaptatie. Ook helpt het niet dat we al zo lang aan het wachten zijn op de nieuwe warmtewet, en dat warmtenetten in de huidige context financieel gezien heel moeilijk kunnen concurreren met op het aardgas blijven. Het aantal warmteprojecten groeit hierdoor niet echt, terwijl het wel van groot belang blijft dat deze er zijn voor de energietransitie”.

De regierol van de gemeente

Gijs: “De aanpak van de warmtetransitie is de afgelopen jaren te vrijblijvend geweest. Het nationale doel om 500.000 woningen aan te sluiten op een warmtenet was er. Maar gemeenten de taak geven om daar een aantal van te realiseren, is niet gebeurd.” Jan: “Het warmteprogramma – de nieuwe transitievisie warmte – moet echt duidelijk creëren wat er per wijk moet gebeuren zodat de vrijblijvendheid eraf gaat. Er zijn gelukkig steeds meer gemeenten die bewonersinitiatieven heel serieus nemen, bijvoorbeeld omdat ze het zelf niet voor elkaar krijgen om energieprojecten van de grond te krijgen. Als nieuwe wetgeving nu voor alle partijen helderheid gaat verschaffen én de businesscase van warmtenetten wordt bijvoorbeeld door de WIS-subsidie beter, dan kan het snel gaan lopen.”

Praat mee over de toekomst van energiegemeenschappen

Wil je meer weten over het warmteprogramma en nieuwe financieringsarrangementen en de gevolgen daarvan voor warmtegemeenschappen en de ontwikkeling van warmtenetten? Kom dan naar het Nationaal Warmte Congres 2024 op 17 oktober! Vraag de brochure aan voor meer informatie over het programma.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Nationaal Warmte Congres website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright ©2024